Proximaal interfalangeaal gewricht

De vingergewrichten met het PIP tweede van onderen

Het proximale interfalangeale gewricht,[1] PIP-gewricht,[1] alleen PIP of articulus interphalangicus proximalis is een gewricht in de vingers en de tenen. Het is het gewricht tussen het voorlaatste en het basiskootje. De tweede P in PIP komt van de ouderwetse Latijnse spelling van falanx, kootje, met ph voor f. De duim en grote teen hebben maar twee kootjes, vinger- en teenkootjes, in plaats van drie, dus geen PIP-gewricht.

Andere gewrichten
  • De gewrichten op de plaats in de hand proximaal van de PIP-gewrichten, onder de knokkels, zijn de MCP-gewrichten. De gewrichten in de voet, op de plaats waar de tenen aan de voet zitten, heten de MTP-gewrichten.
  • De laatste gewrichten, distaal van de PIP-gewrichten, in de vingers en de tenen zijn de DIP-gewrichten.

Zie ook

  • Metacarpofalangeaal gewricht (MCP-gewricht)
  • Distaal interfalangeaal gewricht (DIP-gewricht)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b M Friedbichler en I Friedbichler in Pinkhof Medisch Engels. 2009. ISBN 9789031377220
    Pinkhof Medisch Engels