Musgrave Land

Schrijfwedstrijd

Dit artikel is in bewerking voor de Schrijfwedstrijd.
Wil je een wijziging in dit artikel doorvoeren, dan graag eerst de beoogde wijziging melden op de overlegpagina. Voor meer informatie hierover zie hier.

Musgrave Land
Schiereiland van Vlag van Canada Canada
Musgrave Land (Newfoundland en Labrador)
Musgrave Land
Locatie
Land Vlag van Canada Canada
Provincie Newfoundland en Labrador
Regio Labrador
Coördinaten 53° 34′ NB, 56° 8′ WL
Algemeen
Oppervlakte ca. 75 km²
Inwoners 0
Hoofdplaats Indian Tickle
Lengte 18 km
Breedte 6,5 km
Hoogste punt 107 m[1]
Detailkaart
Kaart van Musgrave Land
Kaart van Musgrave Land

Musgrave Land is een schiereiland in Newfoundland en Labrador, de oostelijkste provincie van Canada. Het ligt in het uiterste oosten van de regio Labrador, aan een afgelegen deel van de Labradorzeekust. Vanwege het gebrek aan wegen of andere transportinfrastructuur is het enkel per boot bereikbaar. De enige plaats in Musgrave Land is Indian Tickle, een kleine vissersnederzetting die geen permanente inwoners heeft.

Geografisch overzicht

Situering

Musgrave Land ligt zo'n 60 km ten zuidoosten van de gemeente Cartwright en een 20-tal kilometer ten noordwesten van de kleine eilandgemeenschap Black Tickle. Zo'n 15 km noordwestelijk van de noordelijke kaap ligt de toegang tot de Table Bay.

Het schiereiland grenst in het noorden aan de open wateren van de Labradorzee en in het noordwesten aan een baai genaamd Sand Hill Cove. De noordoostkust wordt gevormd door het één kilometer brede zeegat Indian Tickle, dat Musgrave Land scheidt van Indian Island.[2] De zuidoostkust ligt dan weer aan de Rocky Bay, een breder zeegat dat tussen Musgrave Land en het grote Island of Ponds ligt.[2] In het zuiden grenst het tenslotte aan de oevers van de zeearm Stoney Arm. Het schiereiland ligt over zijn volledige lengte parallel aan de rest van het zuidelijker gelegen Labradorse vasteland, dat aan de overkant van de Stoney Arm ligt.[2][3]

Andere noemenswaardige eilanden in de wateren direct rondom Musgrave Land zijn het in de Stoney Arm gelegen Narrow Island, het direct ten oosten van Musgrave Land gelegen Parr Island en de vlak voor de noordkust gelegen eilanden Red Island en Green Island.

Omschrijving

Westwaarts gericht winters luchtbeeld. Het eiland met klauwvormige richel is Indian Island, met links ervan White Point (boven) en Fox Head (onder). De kaap onderaan de foto is Salmon Point, met tussen die kaap en Fox Head ook de ijsvrije South Shoal Bay die duidelijk zichtbaar is.

Het schiereiland heeft van zijn landengte in het westen tot het verste punt in het zuidoosten een lengte van 18 km.[2][4] Het bereikt een maximale breedte van 6,5 km,[3] tegenover een minimale breedte van 1,6 km bij de voornoemde landengte.[5]

Musgrave Land heeft vier kapen die een officiële naam dragen. Level Point is het zuidelijkste punt en markeert de overgang van de Rocky Bay in de Stoney Arm.[2][5] Cape Greep, die oprijst tot een donkere en vrijwel kegelvormige heuvel, is dan weer het noordelijkste punt en geeft de toegang tot de Sand Hill Cove aan.[2][4] White Point en Fox Head geven tenslotte respectievelijk de noordelijke en zuidoostelijke toegang tot de Indian Tickle aan, terwijl Fox Head tegelijk ook het oostelijkste punt van Musgrave Land is.[2] Ongeveer halverwege de vastelandskust van dat zeegat ligt een kleine en eveneens Indian Tickle geheten vissersnederzetting, terwijl de noordelijke toegang ervan voor de scheepvaart wordt aangegeven door de lichtopstand van White Point.[5]

De ruige noordkust bestaat tussen Cape Greep en White Point uit twee ondiepe baaien die van elkaar gescheiden worden door een naamloze landtong, dewelke tot op amper 90 m van Red Island reikt.[2][4] De oostelijke van de twee baaien staat bekend als de North Shoal Bay, terwijl de westelijke bocht naamloos is,[2] maar met de Mother Burns Cove wel een benoemde cove heeft. De North Shoal Bay is niet te verwarren met de South Shoal Bay, een eveneens ondiepe baai die in het zuidoosten ligt, tussen Fox Head en Parr Island.[5] Tussen Parr Island en Musgrave Land liggen een handvol kleine zanderige eilandjes met errond en ertussen ook enkele zandbanken. Deze komen bij laagtij droog te liggen, waardoor het eiland op dat moment in verbinding kom te staan met het vasteland.[5] Vanuit een scheepvaartperspectief wordt Parr Island daarom soms als een extensie van Musgrave Land beschouwd, met Salmon Point als oostelijkste punt.[3][6]

Vergeleken met de bergen, fjorden en kliffen die kenmerkend zijn voor grote delen van de Labradorse kust, is Musgrave Land een uitzonderlijk vlak en laaggelegen gebied.[7][8] De wateren rondom het schiereiland zijn voor het grootste deel bijgevolg ondiep en hoogstens geschikt voor kleine vaartuigen.[4] Met uitzondering van de rotsachtige kust rondom Cape Greep is het dan ook grotendeels omzoomd door stranden bestaande uit zand en grind.[7][9] Het gebied heeft desalniettemin ook enkele heuvels, voornamelijk in het westen, evenals een centrale van noord naar zuid lopende heuvelrug die op een aantal plaatsen meer dan 100 m boven zeeniveau uitreikt.[10]

Het schiereiland telt vele tientallen meren en honderden poelen en plassen, waarvan er verscheidene afgewaterd worden door beken.[10] De meeste meren zijn vrij tot zeer klein, al zijn er ook een handvol relatief grote. Het grootste meer ligt in het westen, telt een paar eilanden en meet zo'n 90 hectare. Musgrave Land heeft ook een aantal lagunes, die door schoor- of strandwallen deels of naargelang de getijden van zee gescheiden worden.

Fysische geografie

Geologie

De bodem van Musgrave Land valt geologisch gezien onder te verdelen in twee categorieën. Het merendeel bestaat uit zogenaamde Vroeg-Labradorse granitoïde en geassocieerde gesteenten, die een geschatte ouderdom hebben van 1,671 à 1,678 miljard jaar.[11] Er zijn daarnaast ook echter een aantal gebieden op het schiereiland waar de bodem bestaat uit Laat-Labradorse anorthositische en mafische intrusies. Deze zijn 1,60 à 1,66 miljard jaar oud.[11] Beide categorieën vallen op de geologische tijdschaal onder het tijdperk Statherium, in het late Paleoproterozoïcum.

De zogenaamde Laat-Labradorse intrusies bevinden zich vooral in het gebied rondom en ten zuiden van Cape Greep, bij delen van de centrale heuvelrug en bij de kust van de Indian Tickle.[11] Het betreft overal massieve tot sterk gefolieerde gabbro en noriet, dewelke grotendeels subofitisch maar lokaal ook coronitisch is.[11]

De oudste (of Vroeg-Labradorse) gesteenten beslaan ruim driekwart van de bodem van Musgrave Land, al zijn er wel aanzienlijke verschillen binnen deze groep. De meestvoorkomende subcategorie bestaat uit gefolieerde tot gneisische granodioriet, evenals (compositorisch gelijke) gebandeerde gneis.[11] Dit komt voor in grote delen van het oost-centrale deel van het schiereiland, net als in het gebied ten oosten van de istmus.[11] Zo goed als alle andere Vroeg-Labradorse gesteenten van Musgrave Land zijn eveneens gefolieerd tot gneisisch. Het gaat hierbij, al naargelang de exacte locatie, onder meer om dioriet, kwartsdioriet, kwartsmonzoniet, syeniet en verschillende types van graniet.[11] De enige uitzondering is een relatief klein gebied tussen de istmus en het grote westelijke meer, dat onder meer bestaat uit amfibolitische lenzen en lagen, dewelke voornamelijk overblijfselen van voormalige dikes zijn.[11]

Fauna en flora

Musgrave Land en de iets noordwestelijker gelegen Table Bay vormen gezamenlijk het belangrijkste broedgebied van de eidereend in Labrador.[12] Twee van de drie belangrijkste broedkolonies liggen vlak voor de kust van het schiereiland, namelijk op Green Island en op een naamloos rotseilandje in de bocht direct ten zuiden ervan.[12] Ook op andere eilanden en rotsen vlak voor de kust van Musgrave Land bevinden zich nog verscheidene kleinere kolonies. Vanwege de grootschalige broedaanwezigheid van deze vogels, maar ook vanwege de vele brilzee-eenden die er jaarlijks komen ruien, is een deel van de kust van het schiereiland, namelijk het kustgedeelte van de Sand Hill Cove, opgenomen in het Important Bird Area "Table Bay".[13]

De kustwateren van Musgrave Land maken daarenboven deel uit van een uitgestrekt Ecologically and Biologically Significant Area (EBSA) genaamd "Hamilton Inlet".[14] Dit kustgebied heeft deze status enerzijds omdat de wateren rijk zijn aan grote aantallen vissen en bijgevolg erg belangrijk zijn voor allerhande zeevogels en anderzijds omdat het seizoensgebonden drijfijs jaarlijks grote concentraties aan parende zadelrobben huisvest.[14] Verscheidene commercieel belangrijke vissoorten komen in groten getale voor in de wateren rondom Musgrave Land, waaronder lodde, Atlantische zalm, kabeljauw en haring.[14][15]

Op het schiereiland zelf komen ook verscheidene zoogdieren voor, waaronder enkele relatief grote predatoren die de aanwezige eenden bejagen. Het gaat hierbij met name om de rode vos, poolvos en ijsbeer.[13]

De begroeiing op het schiereiland is vrij kaal en bestaat voor het grootste deel uit dun begroeid struweel, al zijn er ook verscheidene relatief kleine en verspreide stukken bos.[13] Enkel in het zuidwesten is er een relatief groot en aaneengesloten bosgebied. De bossen van Musgrave Land zijn dun begroeid en bestaan uit zowel naaldbos als gemengd bos.[13] Er bevinden zich her en der ook enkele kleine stukken drasland met bijhorende vegetatie.[13] In het gebied komen onder andere kruipbramen voor, dewelke eetbare bessen dragen die in Labrador bekendstaan als bakeapples.[16]

Toponymie

De officiële schrijfwijze van het schiereiland is Musgrave Land, met spatie tussen beide naamdelen.[10] Er bestaat geen Franstalige versie van de naam, al wordt er in die andere Canadese landstaal voor de duidelijkheid naar verwezen als la péninsule Musgrave Land.[17]

Tot halverwege de 19e eeuw was het gebied naamloos en werd het bijgevolg enkel beschrijvend aangeduid. Zo verwees de lang in de streek actieve handelaar en ontdekkingsreiziger George Cartwright in de jaren 1770 naar Musgrave Land als "het schiereiland dat de Rocky Bay van de Table Bay scheidt en aan haar uiteinde een zijde van de Indian Tickle vormt".[8]

Het gebruik van de huidige naam gaat terug tot halverwege de jaren 1860. Waarschijnlijk werd het vernoemd naar Sir Anthony Musgrave, die toen gouverneur van de Kolonie Newfoundland was (en van wie het geweten is dat hij Indian Tickle bezocht).[18] Dit valt te kaderen binnen de Newfoundlandse koloniale traditie van het benoemen of hernoemen van plaatsen ter ere van gouverneurs, bijvoorbeeld volgend op een bezoek.[19] Zo zijn ook de Newfoundlandse locaties Musgrave Harbour, Musgravetown en Mount Musgrave naar Sir Anthony Musgrave vernoemd.[19]

Geschiedenis

Prehistorie en inheemse geschiedenis

In Musgrave Land en de directe omgeving werden er onder andere in 1981 en 1987 archeologische onderzoeken gevoerd, zowel in de omgeving van de Indian Tickle als in de hoger gelegen gebieden.[20][21] Terwijl er langs de rest van de Labradorse kust honderden prehistorische archeologische vindplaatsen van Paleo-Eskimo's en de Maritiem-Archaïsche cultuur bekend zijn, werd er op het schiereiland geen enkele vermeldenswaardige ontdekking gedaan.[20] Ook mensen met lokale kennis hadden bij bevragingen geen weet van enige archeologische site.[20][21] Mogelijk heeft de geleidelijke stijging van het terrein, die een gevolg is van de deglaciatie na de laatste ijstijd, er iets mee te maken.[7][20][22] Hierdoor waren er, mogelijk slechts duizend jaar geleden, nog verscheidene westelijker gelegen kustwaterdoorgangen langs waar de inheemse bevolking kon reizen en waar ze nederzettingen konden vestigen.[20] Met een zeespiegel die toen zo'n 3 à 6 meter hoger lag, zouden grote delen van het schiereiland onder water gelegen hebben en veel van de rest bestaan hebben in de vorm van vele vrij kleine eilanden.[7] Deze verklaring is echter niet afdoend, want zelfs met gewijzigde kustlijnen of eilandvorming blijft het een productief jacht- en bovenal visgebied met verscheidene potentieel interessante vestigingslocaties.[20]

De Inuit, de inheemse bevolking van het Canadese noordpoolgebied, vestigden zich pas in de late 15e eeuw in Oost- en Zuid-Labrador. De regio van Musgrave Land was een van de zuidelijkste gebieden waar dit seminomadische volk hun thuis van maakte, dichtbij de grens van Nitassinan, het thuisland van de Innu. De naam Indian Tickle verwijst nog naar het Inuitverleden, ook al worden de Inuit in de moderne tijd niet meer tot de "indianen" (First Nations) gerekend.[23] De Inuit van Oost- en Zuid-Labrador werden reeds in de 18e eeuw gedecimeerd door ziektes die de Europeanen meebrachten. De regio werd meer en meer gedomineerd door Europese vissers, al waren er zowel in de 18e als 19e eeuw relatief veel gemengde huwelijken met de overblijvende inheemse inwoners. Hierdoor ontstond geleidelijk aan de huidige (seizoensgebonden) bevolking die onder andere beschreven wordt als zijnde Métis, Inuit-Métis, gemengd blank-Inuit of als blank met Inuitroots.[24][25][26]

18e en 19e eeuw

Waarschijnlijk bouwden vissers uit Cartwright en de regio van de Sandwich Bay reeds in de late 18e eeuw een zomeruitvalsbasis uit aan de kust van Musgrave Land.[27] Deze staat vandaag bekend als Indian Tickle. In de vroege 19e eeuw won de kleine nederzetting aanzienlijk aan belang door de oprichting van twee zogenaamde summer stations, bestaande uit een handelspost en uitgebreide visverwerkingsinfrastructuur (fishing rooms). Deze stations waren enkel tijdens het visseizoen in de zomer actief en in bezit van handelaars. Deze brachten jaarlijks personeel per schip over vanuit St. John's en omgeving.[27] De locatie was interessant aangezien ze bij goede viswateren ligt, maar ook omdat het een natuurlijke stopplaats is halverwege de belangrijke vissersdorpen Indian Harbour en Battle Harbour.[28]

Halverwege de 19e eeuw was de handelspost van de Engelsman Warren uitgegroeid tot een van de belangrijkste aan de Labradorse kust. In 1856 liet hij te Indian Tickle een van de eerste kerken aan de Labradorse kust bouwen en telde de plaats 11 permanente inwoners. In 1864 bereikte Indian Tickle haar hoogtepunt met 52 permanente inwoners, al schommelde de residerende bevolkingsaantallen zeer sterk doorheen de jaren.[29] In de tweede helft van de 19e eeuw zwol de nederzetting in de zomermaanden steeds zeer sterk aan met de komst van gemiddeld zo'n 250 vissers.[29]

Zeker vanaf de jaren 1880 hadden vissers ook op twee andere plaatsen op het schiereiland zogenaamde fishing rooms. Zowel bij Cape Greep als bij de Mother Burns Cove werden er immers enkele gebouwen en andere constructies neergepoot ten behoeve van de visserij en visverwerking. Deze locaties waren echter nooit bewoonde nederzettingen maar enkel uitvalsbasissen van lokale families uit het nabijgelegen Sand Hill.[30]

20e eeuw tot heden

In de vroege 20e eeuw ging de zogenaamde Labrador fishery, waarbij vissers van het eiland Newfoundland jaarlijks in groten getale naar Labrador afzakten, geleidelijk aan achteruit. Desalniettemin bleef de regio Musgrave Land belangrijk voor de visserij. Indian Tickle werd begin 20e eeuw ook tweewekelijks aangedaan door het stoomschip dat tussen St. John's en Labrador voer.[31] Om de veiligheid van zowel schepen als vissersboten die door het zeegat Indian Tickle voeren te verhogen, besloot de overheid om een vuurtoren te bouwen bij de kaap White Point. De vuurtoren van White Point was afgewerkt in 1905 en was daarmee op dat moment de noordelijkste vuurtoren in de kolonie. De toren werd bediend door een vuurtorenwachter, al werd er in 1933 een nieuwe, automatisch werkende vuurtoren ter vervanging van de originele gebouwd.

De honderden kleine en zeer afgelegen nederzettingen op het grondgebied van de huidige provincie hadden vaak niet of amper de basisfaciliteiten die in de 20e eeuw konden verwacht worden, waardoor honderden gemeenschappen hervestigd werden. Hetzelfde lot was ook Indian Tickle beschoren, dat in 1935 nog 27 inwoners telde maar in 1945 definitief ontvolkt was. Ook de fishing rooms aan Cape Greep en de Mother Burns Cove geraakten in onbruik en verdwenen uiteindelijk. In de tweede helft van de 20e eeuw werd ook de vuurtoren afgebroken en vervangen door de huidige lichtopstand van White Point.

De USS Simon Newcomb vastgelopen op de rotsen van Musgrave Land, met bemanningsleden die ballast van het schip halen

Een opvallend incident deed zich voor in augustus 1949, toen de USS Simon Newcomb – een schip van de US Navy – tijdens hydrografisch onderzoek vastliep in de Mother Burns Cove. Alle ballast werd aan land gebracht, waarna het door een ander marineschip uiteindelijk kon losgetrokken worden. Desalniettemin werd de USS Simon Newcomb het daaropvolgende jaar in de VS gesloopt.[32]

Ondanks het feit dat Indian Tickle vanaf halverwege de 20e eeuw geen permanente bevolking meer had, bleef het bestaan als zomernederzetting; een semi-nomadisch bestaan is dan ook ingebakken in de lokale visserscultuur. In 1965 had Indian Tickle nog een zomerbevolking van 65 personen, bestaande uit Cartwrightenaren maar ook enkele Newfoundlanders.[33] Tot 1976 werd de plaats iedere zomer een aantal keer aangedaan door een schip dat post bezorgde aan de personen die er in die maanden verbleven.[34] Tegen 1990 was het aantal huizen in de ooit grote nederzetting teruggevallen naar zeven, ook toen nog als zomerverblijf in gebruik door zowel streekbewoners als Newfoundlanders.[27] In de jaren 2020 staan er nog steeds zeven huizen en enkele bijgebouwen.

Mediabestanden
Zie de categorie Musgrave Land van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (en) CCA 2018 Cruising Guide to The Labrador, "53.5507°N, -56.1035°W". Geraadpleegd op 30 augustus 2024.
  2. a b c d e f g h i (en) Pdf-document Canadian Hydrographic Service, Canadian sailing directions. ATL 120, Labrador, Camp Islands to Hamilton Inlet (including Lake Melville), Ottawa, 2023, hfstk. 4, pp. 4-7. ISSN 28164857
  3. a b c (en) United States Hydrographic Office, Sailing directions for northern Canada the coast of Labrador northward of St. Lewis Sound, the northern coast of the Canadian mainland, and the Canadian Archipelago, 2de uitg., Washington, 1951, pp. 88-91.
  4. a b c d (en) United States National Geospatial-Intelligence Agency, Sailing directions (enroute) : Newfoundland, Labrador, and Hudson Bay (Pub. 146), 9de uitg., Lighthouse Press, Annapolis, 2005, pp. 213-214. ISBN 1577856619. Gearchiveerd op 29 september 2022.
  5. a b c d e (en) United States Defense Mapping Agency, Sailing directions for Labrador and Hudson Bay; Labrador northward of St. Lewis Sound, Hudson Strait and Hudson Bay, 1e uitg., Washington, 1965, pp. 94-97. Gearchiveerd op 5 december 2022.
  6. (en) United States Hydropgraphic Office, Hydropgraphic Office Publication, No. 77, Washington, 1957, p. 77.
  7. a b c d (en) Pdf-document Fitzhugh, W.H., The Gateways Project 2014: Land Excavations at Hart Chalet, 2015, pp. 18 en 29.
  8. a b (en) Pdf-document Hind, H.Y., Explorations in the interior of the Labrador Peninsula, the country of the Montagnais and Nasquappe Indians, Londen, 1863, p. 184.
  9. (en) Pdf-document Catto, N., Shoreline Classification and Coastal Erosion, southern and Central Labrador, St. John's, 2019, p. 7.
  10. a b c (en) Canadian Geographical Names Database, 'Musgrave Land', 2021. Geraadpleegd op 7 augustus 2024.
  11. a b c d e f g h (en) Pdf-document Gower, C.F., Map 2010-12: Geology of the Table Bay area (NTS sheets 03E/12; 13J/09, 10, 15 & 16), Southeastern Labrador, Geological Survey, Mines Branch, Department of Natural Resources, Government of Newfoundland and Labrador, St. John's, 2010.
  12. a b (en) Lock, A.R., "A census of Common Eiders breeding in Labrador and the Maritime Provinces", A. Reed red., Eider Ducks in Canada (Canadian Wildlife Report Series Number 47), 1986, pp. 32-35.
  13. a b c d e (en) Important Bird and Biodiversity Areas Canada, 'Table Bay. Cartwright, Labrador'. Geraadpleegd op 12 augustus 2024. Gearchiveerd op 9 september 2023.
  14. a b c (en) Pdf-document Stantec Consulting Ltd., West Flemish Pass Exploration Drilling Program – Chapter 6: Biological Existing Environment, St. John's, 2020, p. 124.
  15. (en) Howorth, W., Report on the Newfoundland and Labrador fisheries 1874, St. John's, 1874, p. 83.
  16. (en) Anderson, D., The Impacts of Permafrost Thaw and Social Changes on Bakeapple Picking (masterthesis), Université McGill, Montréal, 2018, p. 76.
  17. (en) (fr) Pdf-document Natural Resources Canada / Ressources naturelles Canada, Canada's geographical names approved in English and French (with translation guidelines) — Noms géographiques du Canada approuvés en anglais et en français (avec directives concernant la traduction), Ottawa, 2006, p. 8.
  18. (en) Chimmo, W., Journal of a voyage to the N.E. corner of Labrador, 1867, pp. 35-36.
  19. a b (en) Hamilton, W.B., Place Names of Atlantic Canada, University of Toronto Press, Toronto, 1997, pp. 29 en 234. ISBN 0802075703.
  20. a b c d e f (en) Pdf-document Government of Newfoundland and Labrador Provincial Archaeology Office – Heritage Division, Archaeology in Newfoundland & Labrador 1987, 2015 (compilatiedatum), pp. 52-53 en 60.
  21. a b (en) Pdf-document Thomson, J.S. en Thomson, C. red., Archaeology in Newfoundland & Labrador 1981, St. John's, 1982, p. 47.
  22. (en) Stopp, M.P., "Long-term coastal occupancy between Cape Charles and Trunmore Bay, Labrador", Arctic, Vol. 50 (2), 1997.
  23. (en) Pdf-document Rankin, L. e.a. red., Toponymic and Cartographic Research Conducted for the Labrador Métis Nation, 2008, pp. 5, 13.
  24. (fr) Auger, F. en Clermont, N., "Les Inuit du Labrador méridional: une brève analyse morphologique", Études Inuit, vol. 4 (nr. 1/2), Laval, 1980.
  25. (en) Fitzhugh, L.D., The Labradorians: Voices from the Land of Cain, St. John's, 1999, p. 27. ISBN 1550811487.
  26. (en) Fortin, D.T., The Métis Architect, "Conversations: Harriet Burdett-Moulton", 6 maart 2017. Geraadpleegd op 30 augustus 2024.
  27. a b c (en) Smallwood, J.R., Poole, C.F. en Cuff, R. red., Encyclopedia of Newfoundland and Labrador, "Indian Tickle", vol. 3, St. John's, 1990, p. 42.
  28. (en) Black, W.A., "The Labrador Floater Codfishery", Annals of the Association of American Geographers, vol. 50, no. 3, september 1960, p. 273
  29. a b (en) Memorial University of Newfoundland - Digital Archives Initiative, " Community Series Section 0154 Labrador Eastern Area", p. 60.
  30. (en) Poole, C.F. en Cuff, R. red., Encyclopedia of Newfoundland and Labrador, "Sand Hill River", vol. 5, St. John's, 1994, p. 78.
  31. (en) United States Hydrographic Office, Newfoundland and the Labrador coast, Washington, 1909, p. 700.
  32. (en) Nelson, S.B., Oceanographic Ships, Fore and Aft, Office of the Oceanographer of the Navy, 1971, Washington, p. 117.
  33. (en) Dyke, A.P., Population Distribution and Movement in Coastal Labrador, 1950-1966 (masterthesis), McGill-universiteit, Montréal, 1968, pp. 22, 43 en 162.
  34. (en) Library and Archives Canada (Collection), "Indian Tickle". Geraadpleegd op 3 augustus 2024.