Landdagverkiezingen SBZ 1946
Politiek in de Duitse Democratische Republiek
|
|
|
|
Portaal Politiek |
De Landdagverkiezingen in de Sovjet-bezettingszone in Duitsland op 20 oktober 1946 waren de laatste enigszins vrije algemene verkiezingen op het gebied van de latere DDR tot 1990.
Bij deze verkiezingen werd de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), die in april 1946 was ontstaan door de gedwongen samenvoeging van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) met de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), de sterkste partij, hoewel de SED slechts in één deelstaat de absolute meerderheid kreeg. Aan de verkiezing namen de volgende partijen deel:
- de SED
- Christlich-Demokratische Union Deutschlands (CDU(D)), die destijds een "christelijk socialisme" propageerde
- de burgerlijk-liberale Liberaldemokratische Partei Deutschlands (LDP(D))
- de Vereinigung der gegenseitigen Bauernhilfe (VdgB), een satellietorganisatie van de SED.
De uitslag van de verkiezingen werd door de SED en de Sovjet-bezettingsmacht met teleurstelling ontvangen. Na deze verkiezingen werd het kiesrecht gewijzigd en werden in het vervolg Eenheidslijsten opgesteld. Bij de Landdagverkiezingen van 1950 werd op deze manier gestemd.
Omstandigheden
De Landdagverkiezingen van 1946 waren op zichzelf vrij en geheim, maar de uitkomsten werden beïnvloed door maatregelen van de Sovjet-autoriteiten. Het belangrijkste punt was dat de SPD niet aan de verkiezingen mocht deelnemen na de gedwongen fusie met de KPD. De gelijktijdig plaatsvindende verkiezingen voor het stadsparlement van Berlijn toonden aan, "dat de SED bij werkelijk vrije verkiezingen geen kans de nagestreefde hegmonie te bereiken."[1] De CDU en de LDPD konden weliswaar deelnemen, maar de basis van de partij was verzwakt door de vertraagde toelating van plaatselijke en districts-organisaties. De leider van de Censuur- en Propagandaafdeling van de SMAD, Sergej Iwanovitj Tjoelpanov, schreef in een geheime aanwijzing de regionale organisaties van de SMAD voor "de oprichting van burgerlijke politieke organisaties formeel niet te verbieden". Daarentegen moesten "diverse formele aanleidingen" gevonden worden, "om ... hun aantal beperkt te houden"[2]. Slechts in 20 % van de gemeenten konden de CDU en de LDPD deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, terwijl de SED overal toegelaten was. Ook bij de toewijziging van papier en drukcapaciteit werden de burgerlijke partijen duidelijk benadeeld[3].
Verkiezingsuitslagen per deelstaat
Mecklenburg- Voor-Pommeren | Brandenburg | Saksen- Anhalt | Saksen | Thüringen | Totaal | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kiesgerechtigden | 1.308.727 | 1.655.980 | 2.700.633 | 3.803.416 | 1.986.081 | 11.454.837 | |
Opkomst | 1.178.211 | 1.515.987 | 2.473.184 | 3.518.108 | 1.737.786 | 10.423.276 | |
90,0% | 91,5% | 91,6% | 92,5% | 87,5% | 91,0% | ||
Ongeldige stemmen | 64.463 | 69.168 | 142.673 | 227.113 | 75.927 | 579.344 | |
SED | Stemmen | 551.594 | 634.787 | 1.068.703 | 1.616.068 | 818.967 | 4.690.119 |
Percentage | 49,5% | 43,9% | 45,8% | 49,1% | 49,3% | 47,5% | |
Zetels | 45 | 44 | 51 | 59 | 50 | 249 | |
LDP | Stemmen | 138.662 | 298.607 | 696.669 | 813.224 | 472.959 | 2.420.121 |
Percentage | 12,5% | 20,6% | 29,9% | 24,7% | 28,5% | 24,6% | |
Zetels | 11 | 20 | 32 | 30 | 28 | 121 | |
CDU | Stemmen | 379.829 | 442.634 | 507.765 | 766.859 | 314.742 | 2.411.829 |
Percentage | 34,1% | 30,6% | 21,8% | 23,3% | 18,9% | 24,5% | |
Zetels | 31 | 31 | 24 | 28 | 19 | 133 | |
VdgB | Stemmen | 43.663 | 70.791 | 57.374 | 57.356 | 55.191 | 284.375 |
Percentage | 3,9% | 4,9% | 2,5% | 1,7% | 3,3% | 2,9% | |
Zetels | 3 | 5 | 2 | 2 | 3 | 15 | |
Vrouwencomités | Stimmen | - | - | - | 18.340 | - | 18.340 |
Percentage | - | - | - | 0,6% | - | 0,2% | |
Zetels | - | - | - | 0 | - | 0 | |
Kulturbund | Stemmen | - | - | - | 19.149 | - | 19.149 |
Percentage | - | - | - | 0,6% | - | 0,2% | |
Zetels | - | - | - | 1 | - | 1 |
- Martin Broszat, Gerhard Braas, Hermann Weber: SBZ-Handbuch, 1993, ISBN 3-486-55262-7
- Mathias Tullner: Zwischen Demokratie und Diktatur. Die Kommunalwahlen und die Wahlen zum Provinziallandtag in Sachsen-Anhalt im Jahre 1946, Magdeburg 1997, S. 95-98.
- Schachtner, Richard 1956: Die deutschen Nachkriegswahlen: Wahlergebnisse in der Bundesrepublik Deutschland, in den deutschen Bundesländern, in West-Berlin, im Saarland und in der Sowjetzone (DDR) 1946-1956. München: Isar-Verlag. S.77, 78.
- Braun, Günter 1990: Wahlen und Abstimmungen; in: Broszat, Martin und Hermann Weber (Hrsg.): SBZ-Handbuch. München: Oldenbourg. S.397, 396, 418.
- Gottwald, Herbert 1994: Der Thüringer Landtag 1946-1952 (Schriften zur Geschichte des Parlamentarismus in Thüringen, H.5). Jena: Thüringer Landtag in Verbindung mit Wartburg Verlag. S.56, 81ff., 101.
- Wahlergebnisse