Grand Prix-wegrace der Naties
De Grand Prix der Naties (Frans: Grand Prix des Nations; Italiaans: Gran Premio Delle Nazioni) voor motorfietsen was een motorsportrace die tussen 1922 en 1990 werd verreden en van 1949 tot en met 1990 meetelde voor het wereldkampioenschap wegrace.
Geschiedenis
Reeds tussen 1914 en 1921 werden in Turijn Grands Prix van Italië georganiseerd. In 1922 was de I. Gran Premio Delle Nazioni de eerste grote race, die op het nieuw gebouwde circuit in het koninklijke park van Monza ten noorden van Milaan verreden werd. In 1924 werd er voor het eerst door de F.I.C.M. met de Grand Prix der Naties een Grand Prix van Europa verreden, waarbij de winnaar tot Europees kampioen van het jaar gekroond werd. Ook in 1925 werden de Europese titels in de verschillende klassen tijdens de Grand Prix der Naties vergeven.
In het jaar 1932 was de Grand Prix der Naties wederom gastheer van de Grand Prix van Europa der F.I.C.M. De race werd voor het eerst op de 3,862 kilometer lange Pista del Littorio, die zich op het terrein van het vliegveld Rome-Urbe ten noorden van Rome bevond verreden. Vanaf 1933 werd de race in het fascistische Italië als Grand Prix van Italië georganiseerd. In 1935 vond er geen Grand Prix plaats, mogelijkerwijs omdat het land wegens de Tweede Italiaans-Ethiopische Oorlog in een moeilijke internationale situatie bevond.
Vanaf 1936 werd de Grand Prix wederom in Monza georganiseerd. In 1938 behoorde hij weer tot het voor het eerst uit meerdere evenementen bestaande Europees kampioenschap. In 1939 was de race voor 24 september voorzien, maar werd echter wegens de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog niet verreden.
In de jaren 1947 en 1948 vond de Grand Prix plaats in respectievelijk Milaan en Faenza, daar het parcours van Monza wegens zijn gebruik als militair vliegveld tijdens de Tweede Wereldoorlog eerst weer herbouwd moest worden. In aansluiting op de traditionele betekenis behield de race de naam Gran Premio delle Nazioni.
In 1949 stond de Grand Prix op de kalender van de nieuw in het leven geroepen wereldkampioenschap wegrace en werd op de inmiddels bijna volledig herstelde snelheidspiste van Monza verreden. In de daarop volgende jaren vormde de race begin september meestal de seizoensafsluiting van het wereldkampioenschap. In de jaren 1969 en 1970 vond de Grand Prix der Naties op het Autodromo Enzo e Dino Ferrari van Imola plaats.
Op 11 september 1954 kwam Rupert Hollaus in de training van de 125 cc voor de Grand Prix der Naties bij een ongeluk om het leven. Hij viel in de tweede Lesmo-bocht en liep daarbij een schedelbasisfractuur op waaraan hij nog diezelfde dag overleed. Daar de 23-jarige Oostenrijker reeds rekenkundig zeker was van de WK-titel, werd hij de eerste en tot op heden enige postume solo-wereldkampioen in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace.
Op 20 mei 1973 kwam het bij de Grote Prijs der Naties in Monza tot een van de zwaarste ongevallen in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace, waarvan de omstandigheden nooit volledig zijn opgeklaard. In de eerste ronde van de 250 cc-klasse brak Renzo Pasolinis motorfiets, op de tweede plek liggend, in de Curva Grande bij circa 220 km/u naar links uit. De Italiaan werd in de circuitbescherming gesleurd en was op slag dood. Zijn motorfiets vloog in een hoge boog terug op de baan en trof Jarno Saarinen, die direct achter hem lag, aan het hoofd. De Fin werd daardoor ca. 40 meter door de lucht geslingerd en verwondde zich bij het neerkomen op de baan eveneens dodelijk. De uit Pasolinis motorfiets lekkende benzine zette het wegdeel en de voor de veiligheid neergelegde strobalen in brand, waardoor de twaalf volgende bij de val betrokken coureurs zich allen met botbreuken, bloedingen en schaafwonden verwondden. In de daarop volgende uren ontbrandde een strijd tussen coureurs en raceleiding om de start van de komende races, die ten slotte afgezegd werden. Nog op dezelfde avond werd op een persconferentie verklaard, dat Pasolini de val door een rijdersfout veroorzaakt had. Zijn toenmalige teamchef Gilberto Milani en een door Sandro Colombo vervaardigde expertise gingen van een blokkering van de aandrijfas als oorzaak van het ongeluk uit. Andere bronnen voeren Pasos val op de vervuilde baan terug en geven de raceleiding de schuld voor het ongeluk. Deze had verzuimd in de voorgaande 350 cc-race Walter Villa, die door een technisch defect aan zijn Benelli de piste met olie bevuilde, uit de wedstrijd te nemen en de baan in de volgende 30 minuten racepauze te reinigen.
Als gevolg van dit ongeluk werd de Grand Prix der Naties enige tijd niet meer in Monza georganiseerd. Tot 1980 werd er gereden op Imola, Mugello en Misano. In 1981 keerde de race voor het eerst weer naar Monza terug, daarna wisselden de locaties Monza, Misano, Imola en Mugello elkaar af.
In 1990 vond in het Autodromo di Santamonica van Misano Adriatico de laatste Grand Prix der Naties plaats. Vanaf 1991 werd hij vervangen door de Grand Prix van Italië.
Resultaten van de Grote Prijs der Naties
Van 1922 tot 1939
(Gekleurde achtergrond = race in het kader van het Europees kampioenschap wegrace)
Jaar | Race | Circuit | Klasse | Winnaar |
---|---|---|---|---|
1922 | 1e Grote Prijs der Naties | Monza | 500 cc | Ernesto Gnesa (Garelli) |
1000 cc | Amedeo Ruggeri (Harley-Davidson) | |||
1923 | 2e Grote Prijs der Naties | Monza | 350 cc | Ernesto Gnesa (AJS) |
500 cc | René Gillard (Peugeot) | |||
EK 1924 | 3e Grote Prijs der Naties / Ie. Grote Prijs van de F.I.C.M. | Monza | 250 cc | Maurice van Geert (Rush-Blackburne) |
350 cc | Jimmie Simpson (AJS) | |||
500 cc | Guido Mentasti (Moto Guzzi) | |||
EK 1925 | 4e Grote Prijs der Naties / IIe. Grote Prijs van de F.I.C.M. | Monza | 175 cc | Mario Vaga (Maffeis-Blackburne) |
250 cc | Jock Porter (New Gerrard) | |||
350 cc | Tazio Nuvolari (Bianchi) | |||
500 cc | Mario Revelli di Beaumont (GR-JAP) | |||
1926 | 5e Grote Prijs der Naties | Monza | 175 cc | Gino Zanchetta (Miller-Balsamo) |
250 cc | Ugo Prini (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Tazio Nuvolari (Bianchi) | |||
500 cc | Achille Varzi (Sunbeam) | |||
1927 | 6e Grote Prijs der Naties | Monza | 125 cc | Alfonso Morini (MM) |
175 cc | Tonino Benelli (Benelli) | |||
250 cc | Ugo Prini (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Tazio Nuvolari (Bianchi) | |||
500 cc | Luigi Arcangeli (Sunbeam) | |||
1928 | 7e Grote Prijs der Naties | Monza | 125 cc | Arduino Del Monte (MM) |
175 cc | Arthur Geiss (DKW) | |||
250 cc | Mario Ghersi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Tazio Nuvolari (Bianchi) | |||
500 cc | François Franconi (Sunbeam) | |||
1929 | 8e Grote Prijs der Naties | Monza | 125 cc | Guido Landi (MM) |
175 cc | Carlo Baschieri (Benelli) | |||
250 cc | Egidio Truzzi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Amilcare Moretti (Bianchi) | |||
500 cc | Achille Varzi (Sunbeam) | |||
1930 | 9e Grote Prijs der Naties | Monza | 175 cc | Tonino Benelli (Benelli) |
250 cc | Egidio Truzzi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Mario Barsanti (Motosacoche) | |||
500 cc | Tom Bullus (NSU) | |||
1931 | 10e Grote Prijs der Naties | Monza | 175 cc | Tonino Benelli (Benelli) |
250 cc | Riccardo Brusi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Guido Landi (Velocette) | |||
500 cc | Freddie Hicks (AJS) | |||
EK 1932 | 11e Grote Prijs der Naties / IXe. Grote Prijs van de F.I.C.M. | Rome | 175 cc | Carlo Baschieri (Benelli) |
250 cc | Riccardo Brusi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Louis Jeannin (Jonghi) | |||
500 cc | Piero Taruffi (Norton) | |||
1933 | 1e Grote Prijs van Italië/ 1º Trofeo della Velocità | Rome | 175 cc | Francesco Lama (MM) |
250 cc | Riccardo Brusi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Aldo Pigorini (Rudge) | |||
500 cc | Carlo Fumagalli (Miller-Python) | |||
1934 | 2e Grote Prijs van Italië/ 2º Trofeo della Velocità | Rome | 175 cc | Amilcare Rossetti (Benelli) |
250 cc | Riccardo Brusi (Moto Guzzi) | |||
350 cc | Aldo Pigorini (Rudge) | |||
500 cc | Omobono Tenni (Moto Guzzi) | |||
1935 | afgelast | |||
1936 | 3e Grote Prijs van Italië/ 3º Trofeo della Velocità | Monza | 250 cc | Giordano Aldrighetti (Moto Guzzi) |
350 cc | Ragnar Sunnqvist (Husqvarna) | |||
500 cc | Omobono Tenni (Moto Guzzi) | |||
1937 | 4e Grote Prijs van Italië/ 4º Trofeo della Velocità | Monza | 250 cc | Nello Pagani (Moto Guzzi) |
350 cc | Ted Mellors (Velocette) | |||
500 cc | Giordano Aldrighetti (Gilera) | |||
EK 1938 | 5e Grote Prijs van Italië | Monza | 250 cc | Emilio Soprani (Benelli) |
350 cc | Ted Mellors (Velocette) | |||
500 cc | Georg Meier (BMW) | |||
EK 1939 | Wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog afgelast. |
Van 1947 tot 1948
Jaar | Race | Circuit | Klasse | Winnaar |
---|---|---|---|---|
1947 | Milaan | 250 cc | Nino Martelli (Moto Guzzi) | |
500 cc | Arciso Artesiani (Gilera) | |||
1948 | 17e Grote Prijs der Naties | Faenza | 125 cc | Franco Bertoni (MV Agusta) |
250 cc | Bruno Ruffo (Moto Guzzi) | |||
500 cc | Massimo Masserini (Gilera) |
Van 1949 tot 1972
Van 1973 tot 1990
Lijst van verongelukte coureurs
Coureur | Datum | Klasse |
---|---|---|
Luigi Galli | 11 september 1926 | 250 cc |
Rupert Hollaus | 11 september 1954 | 125 cc |
Gianni Degli Antoni | 7 augustus 1956 | 125 cc |
Adolfo Covi | 6 september 1959 | 500 cc |
Otello Buscherini | 16 mei 1976 | 250 cc |
Renzo Pasolini | 20 mei 1973 | 250 cc |
Jarno Saarinen | 20 mei 1973 | 250 cc |
Paolo Tordi | 16 mei 1976 | 350 cc |
Mauro Ceccoli | 24 mei 1987 | Yamaha Trophy Cup |
Bronnen, noten en/of referenties
|