Eerste Kamerverkiezingen 1922

Eerste Kamerverkiezingen 1922
Datum 22 juni 1922
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 50
Opvolging verkiezingen
← 1919     1923 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen 1922 waren tussentijdse Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 22 juni 1922.

De verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de ontbinding van de Eerste Kamer, nadat een voorstel tot Grondwetsherziening in eerste lezing door Tweede Kamer en Eerste Kamer aangenomen was. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die tussen 31 maart en 10 april 1919 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - in elf kiesgroepen naar provincie[1] een geheel nieuwe Eerste Kamer.

Dit waren de laatste Eerste Kamerverkiezingen volgens het provinciale districtenstelsel.

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij Zetels Zetelverdeling naar provincie[1]
1919 1922 +/- Gr F D O Ge U NH ZH Z NB L
Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen 17/18[2] 21 +3  1 1 3 1 2 4 6 3
Anti-Revolutionaire Partij   9 14 +5  1 2 1 2 1 2 4 1
Christelijk-Historische Unie   4  7 +3  1 1 1 1 2 1
Vrijzinnig-Democratische Bond 2/3[2]  4 +1  1 1 2
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij 4/5[2]  3 -2 1 2
Vrijheidsbond[3] 14/11[2]  1 -10   1
Totaal 50 50 0 3 4 2 3 6 2 9 10 2 6 3

Gekozenen

Bij deze verkiezingen waren alle 50 leden aftredend, van wie 34 herkozen werden. De stemmingen voor de overige vacatures hadden de volgende resultaten:

De zittingsperiode van de Eerste Kamer ging in op 25 juli 1922. De zittingstermijn van de gekozen Kamerleden bedroeg negen jaar.[12][13]

Bronnen

  • Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23 juni 1922
  • Arnhemsche Courant, 23 juni 1922
  • Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, 23 juni 1922
  • Zetelverdeling in de Eerste Kamer 1917-nu op www.nlverkiezingen.com

Noten

  1. a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
  2. a b c d Het aantal zetels is gewijzigd door tussentijdse verkiezingen gedurende de zittingsperiode.
  3. In 1919 Liberale Unie: 13 en Bond van Vrije Liberalen: 1.
  4. In eerste instantie was Jan Westerdijk (Vrijzinnig-Democratische Bond) gekozen, die de aftredende afgevaardigde Rembertus Dojes (Vrijheidsbond) versloeg met 22 tegen 6 stemmen. Westerdijk werd echter ook in Drenthe gekozen, voor welke provincie hij opteerde. Hierdoor was in Groningen een herstemming benodigd.
  5. De aftredende afgevaardigde Carel Coenraad Geertsema (Vrijheidsbond) was al bij de tweede stemming verslagen, waardoor hij zich niet kwalificeerde voor de derde stemming.
  6. De aftredende afgevaardigde Johan van Welderen Rengers (Vrijheidsbond) behaalde nul stemmen.
  7. De aftredende afgevaardigde Edo Bergsma (Vrijheidsbond) behaalde nul stemmen.
  8. Dobbelmann was al door de Staten benoemd in de tijdelijke vacature tot 24 juli 1922. Zijn installatie had echter in de vorige zittingsperiode niet meer plaatsgevonden.
  9. De aftredende afgevaardigde Willem Vliegen (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) was in eerste instantie herkozen. Hij nam zijn benoeming niet aan toen bleek dat hij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 5 juli 1922 tevens tot lid van de Tweede Kamer gekozen was. Bij een herstemming werd Douwes gekozen.
  10. De aftredende afgevaardigde Douwinus van Houten (Vrijheidsbond) was al bij de tweede stemming verslagen, waardoor hij zich niet kwalificeerde voor de derde stemming.
  11. De aftredende afgevaardigde Abraham Fokker (Vrijheidsbond) behaalde nul stemmen.
  12. Om de drie jaar was een derde deel van de Kamerleden aftredend.
  13. Door de tussentijdse ontbinding van de Eerste Kamer in 1923 traden alle leden af op 18 september 1923.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken

*1850 · 1853 · 1856 · 1859 · 1862 · 1865 · 1868 · 1871 · 1874 · 1877 · 1880 · 1883 · *1884 · 1887 (I) · *1887 (II) · *1888 · 1890 · 1893 · 1896 · 1899 · 1902 · *1904 · 1907 · 1910 · 1913 · 1916 · *1917 · 1919 · *1922 · *1923 · 1926 · 1929 · 1932 · 1935 · *1937 · *1946 · *1948 · 1951 · *1952 · 1955 · *1956 (I) · *1956 (II) · 1960 · *1963 · 1966 · 1969 · *1971 · 1974 · 1977 · 1980 · *1981 · *1983 · *1986 · 1987 · 1991 · 1995 · 1999 · 2003 · 2007 · 2011 · 2015 · 2019 · 2023
* algemene verkiezingen in verband met vervroegde ontbinding van de Eerste Kamer
vanaf 1987 bedraagt de vaste zittingstermijn van de Eerste Kamer vier jaar