De uil

Uil uit de zestiende eeuw, Keulen

De uil is een sprookje dat werd genoteerd door de gebroeders Grimm voor Kinder- und Hausmärchen met volgnummer KHM174. De oorspronkelijke naam is Die Eule.

Het verhaal

Honderden jaren geleden vloog een oehoe in een schuur en durft er overdag niet uit, omdat de andere vogels dan tegen hem beginnen te krijsen. De huisknecht wil stro halen en schrikt van de uil en vertelt de heer dat er een monster is dat met zijn ogen draait. De heer gaat zelf kijken en ziet het vreemde dier. Ook hij schrikt en rent naar de buren. De hele stad kan in gevaar komen en uit alle straten klinkt geschreeuw. De burgers komen met lansen, hooivorken, zeisen en bijlen aangelopen en de heren van de raad en de burgemeester komen ook. Ze komen samen op de markt en trekken naar de schuur. De dapperste gaat naar binnen, maar hij komt bleek en schreeuwend weer buiten. Nog twee anderen gaan binnen, maar ook zij slagen er niet in het beest te doden.

Een grote sterke man ziet dat niemand de koe bij de horens durft te pakken en hij laat zich een harnas, speer en zwaard brengen. De man laat een ladder komen en doet de schuurdeuren open, de mensen roepen Sint Joris aan die de draak heeft gedood. De man klimt op de ladder en de uil, die op de hanenbalk zit, ziet hem. Het dier roept "oehoe", waarna de man het dier niet meer durft te benaderen en bleek naar buiten gaat. Door de blik, het geblaas en geluid is de sterkste man vergiftigd en dodelijk gewond en niemand durft het monster nog aan te vallen. De burgemeester wil de eigenaar van de schuur met algemene middelen schadeloos stellen. Iedereen stemt in en de schuur wordt op vier hoeken aangestoken. De hele schuur, vol met koren, stro en hooi, wordt platgebrand en de uil komt om.

Achtergronden

  • Het sprookje komt uit Wendemut (1563) van Hans Wilhelm Kirchhof.
  • Het is een spotverhaal. Het is vergelijkbaar met de Kamper uien[1] en verwant met De zeven Zwaben (KHM119). Het verhaal slaat op de stad Peine in Nedersaksen[2]. Op het stadswapen van Peine staat een uil.
  • In De zeven Zwaben (KHM119) denken mannen dat een haas een draak is.
  • In Het winterkoninkje (KHM171) wordt verteld dat de uil 's nachts moet leven, omdat hij een winterkoninkje uit een muizenhol liet ontsnappen.
  • De blik van de slangdraak en basilisk was volgens de volksoverlevering dodelijk. In 1474 in werd in Bazel een haan als basilisk veroordeeld voor het gerecht.
  • De uil stond bekend als heksenvogel en wordt op het eind van het sprookje verbrand door de bevolking.
  • In Groningen is ook een variant bekend, hier gaat het om een katuil. Na de brand krijgt de nieuwe plaats de naam Uilenburg[3].
  • In Gelderland is De grote oehoe van Hardenberg bekend, hier trekt de eigenaar van het gebouw weg. Een latere eigenaresse van de plaats verzameld uilen[4].
  • De uil fungeert wel als kinderschrik.
Bronnen, noten en/of referenties
  • Grimm, Volledige uitgave
  1. Kamper uien en Dokkumers
  2. DIE PEINER EULE - Vom Spottnamen zum Wahrzeichen. Gearchiveerd op 4 maart 2016.
  3. Groninger Volsverhalen door Mw. Huizinga-Onnekes en K. ter Laan, 1930
  4. De grote oehoe van Hardenberg
· · Sjabloon bewerken
Sprookjes van de gebroeders Grimm
  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  
A:Assepoester · De anjer · De arme en de rijke · De arme jongen in het graf · De arme molenaarsknecht en het katje · Het aardmanneke ·
B:Berenpels · Bontepels · Broertje en zusje · Bruidskeuze · De bijenkoningin · De boden van de dood · De boer en de duivel · De Bremer stadsmuzikanten · De broodkruimels op de tafel · De bruiloft van vrouw Vos · De dood als peet · Het blauwe licht · Het boerke · Het boerke in de hemel · Het boshuis ·
D:De dood van het hennetje · De dorsvlegel uit de hemel · De drie broers · De drie gelukskinderen · De drie handwerksgezellen · De drie heelmeesters · De drie luiaards · De drie mannetjes in het bos · De drie slangenbladeren · De drie spinsters · De drie talen · De drie veren · De drie vogeltjes · De drie zwarte prinsessen · De duivel en zijn grootmoeder · De duivel met de drie gouden haren · De duur van het leven · Dokter Weetal · Doornroosje · Duimendik · Duimpje de wereld in · Het dappere snijdertje · Het doodshemdje ·
E:Eenoogje, tweeoogje en drieoogje · Eva's ongelijke kinderen · Het eigenzinnige kind · Het ezeltje ·
F:Frieder en Katherliesje ·
G:De ganzenhoedster · De ganzenhoedster aan de bron · De gauwdief en zijn meester · De geest in de fles · De geschenken van het kleine volkje · De gestolen duit · De glazen doodskist · De goede ruil · De gouden gans · De gouden sleutel · De gouden vogel · De goudkinderen · De Grafheuvel · De groente-ezel · Gelukkige Hans · Het gedierte van de Heer en de Duivel · Het gespuis ·
H:De haas en de egel · De hanenbalk · De hazelaar · De heldere zon brengt het aan het licht · De hemelse bruiloft · De hoefnagel · De hond en de mus · De huishouding · Hans en Grietje · Hans viert bruiloft · Hans-mijn-egel · Hazekebruid · Het herdersjongetje · Het huishouden van kat en muis ·
I:De ijzeren kachel · IJzeren Hans ·
J:De jonge reus · De jood in de doornstruik · Jonkvrouw Maleen · Jorinde en Joringel ·
K:De kabouters · De kikkerkoning · De kleermaker in de hemel · De koning van de gouden berg · De koningszoon die nergens bang voor was · De korenaar · De kristallen bol · Het kind van Maria · Klitten · Klosje, schietspoel en naald · Knappe Elsje · Knoest en zijn drie zonen · Koning Lijsterbaard ·
L:De laarzen van buffelleer · De luie spinster · Het lammetje en het visje · Het leugensprookje uit Ditmar · Lief en leed samen delen · Luie Hein · Luisje en Vlootje ·
M:De maan · De meesterdief · De mus en zijn vier kinderen · Het mannetje dat jong gegloeid werd · Het meisje zonder handen · Het meiske van Brakel · Het mooie Katrinelletje en Pief Paf Poltrie · Magere Liesje · Meester Priem · Meneer Korbes · Met z'n zessen de hele wereld rond ·
O:De ondankbare zoon · De oude bedelares · De oude grootvader en zijn kleinzoon · De oude Hildebrand · De oude Rinkrank · De oude Sultan · De oude vrouw in het bos · Op reis gaan ·
P:De peetoom ·
R:De raaf · De raap · De ransel, het hoedje en het hoorntje · De rattenvanger van Hamelen · De reus en de kleermaker · De roerdomp en de hop · De roetzwarte broer van de duivel · De roversbruidegom · Het raadsel · Raadselsprookje · Raponsje · Repelsteeltje · Roodkapje ·
S:De schol · De schrandere knecht · De sterrendaalders · De stukgedanste schoentjes · Het snuggere snijdertje · Het sprookje van Luilekkerland · Simeliberg · Slangensprookje · Slimme Grietje · Slimme Hans · Sneeuwwitje · Sneeuwwitje en Rozerood · Speelhans · Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen · Sterke Hans · Strohalm, kooltje vuur en boontje ·
T:De trommelslager · De trouwe Johannes · De twaalf broeders · De twaalf jagers · De twaalf luie knechten · De twee gebroeders · De twee koningskinderen · De twee reisgezellen · Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak · Trouwe Ferdinand en Ontrouwe Ferdinand ·
U:De uil ·
V:De verstandige boerendochter · De verstandige lieden · De vier kunstvaardige broers · De volleerde jager · De vos en de ganzen · De vos en de kat · De vos en de moeder van zijn petekind · De vos en het paard · Van de visser en zijn vrouw · Van de wachtelboom · Van het muisje, het vogeltje en de braadworst · Vleerkens vogel · Vogel Grijp · Vondevogel · Vrijer Roland · Vrolijke Frans · Vrouw Holle · Vrouw Trui ·
W:De ware bruid · De waternimf · De waternimf in de vijver · De witte slang · De witte en de zwarte bruid · De wolf en de mens · De wolf en de vos · De wolf en de zeven geitjes · De wonderlijke speelman · Het water des levens · Het winterkoninkje · Het winterkoninkje en de beer ·
Z:De zes dienaren · De zes zwanen · De zeven Zwaben · De zeven raven · De zingende springende leeuwerik · De zoete pap · Het zingende botje ·